Het dieet moet licht zijn, met een aanzienlijke inname van koolhydraten. De maaltijden moeten klein zijn en voldoende voor de uit te voeren wandeling. Het ontbijt is essentieel, met voedsel dat energie geeft zonder de maag te overbelasten. Voedingsmiddelen met een hoog koolhydraatgehalte verdienen de voorkeur: pasta, granen, gedroogd fruit, enz. Kies voor het avondeten gevarieerd voedsel, bij voorkeur warme gerechten, en eet vroeg om te voorkomen dat u slaapt door de spijsvertering.
Een goede voedselinname is ook essentieel voor een goede hydratatie. Voor, tijdens en na de wandeling moeten vloeistoffen worden ingenomen, ongeveer twee liter water per dag (uiteraard kan dit variëren afhankelijk van het seizoen). Deze twee liter moet evenwichtig worden verdeeld: twee uur voor het begin van elke etappe is het raadzaam om drie glazen water te drinken, en een kwartier ervoor nog eens twee glazen. Probeer tijdens de wandeling ongeveer om de veertig minuten een glas te drinken.
Wacht niet tot u dorst hebt om water te drinken; een goede hydratatie voorkomt spierproblemen, zoals pijnlijke krampen. U mag nooit de 15 km-grens overschrijden zonder te drinken. Draag daarom altijd een klein flesje water of isotone dranken bij u, waarmee u minerale zouten kunt aanvullen. Op die manier kunt u vermoeidheid bestrijden door op tijd kleine hoeveelheden energie toe te dienen, zoals snel opneembare koolhydraten.
U moet niet wachten tot u overweldigd wordt door de inspanning of oververmoeid bent om een pauze te nemen, want dat bevordert het herstel niet. Probeer een betaalbaar tempo aan te houden dat losstaat van dat van anderen om verzadiging te voorkomen. Als u te moe wordt, duurt het langer om te herstellen en zult u het moeilijker krijgen. Wandelen moet iets natuurlijks zijn, geen straf of een overmatige belasting van het lichaam, dus pas de intensiteit van uw wandeling en het aantal stops aan om het draaglijker te maken.